Bijkans verdronken
Bijkans verdronken
Te overmoedig stap ik door het zoete water,
nog een schoolkind ben ik van amper zeven.
Wil zielsgraag zwemmen in het ondiepe ven,
tot mijn dragende grond onderuit gaat.
Mijn ogen zien troebel, groen en geel
oren dicht, longen barstensvol,
mijn armen slaan traag om mij heen:
de dreiging wegschuiven gelukt niet
Het watervolume drukt boven op mij,
ondoordringbaar stokt het de adem;
zie ik alleen de weerschijn van de zon
en daardoor ben ik niet bang.
Het heeft mij vertrouwen gegeven,
een leven lang. Godzijdank.
© Adrie Lint
3 Mei 2020
Zijspoor
Als kind ben ik bijna verdronken. Een oudere zus en een kordate arts konden mij net op tijd uit het water redden. Die ervaring heeft diepe indruk op mij gemaakt. Ik heb er jarenlang regelmatig van gedroomd en doe dat een enkele keer nog steeds. Zeker ook in coronatiid, nu we bewuster zijn van onze dromen. Na zestig jaar dromen, heb ik dit gedicht gemaakt.