2021: God zit in de cloud
Een nieuw jaar met verwachtingen. Goede voornemens ben ik ontgroeid. Ik raak wel meer kwijt met de jaren. Vandaar dat ik me afvraag waar God gebleven is in het niewuwe jaar. Immers veel kerken waren dicht met Kerst. En onze samenleving is op de vlucht. Waar blijft God als we vluchten voor corona? Gelukkig hebben we God altijd bij ons. In de cloud.
Begin 2021 voelen we ons allemaal als vluchtelingen voor de pandemie. We zijn allemaal een beetje als Kuifje en zijn hondje Bobbie. Het liefst zouden we ons verstoppen voor dat vreselijke monster uit China (ere wie ere toekomt: de vergelijking heb ik van Trump). Hoe kunnen we ons indekken tegen het Covid 19 virus? Waar kunnen we echt schuilen? En natuurlijk mogen wij onszelf hier in Nederland, niet vergelijken met vluchtelingen in Moria op Lesbos. Die hebben helemaal geen schuilplaatsen meer. Daarom: steun voor vluchtelingen blijft hoognodig. Maar onze angstgevoelens en onzekerheid zijn ook niet mis. Misschien kan het grote Geheim van het Leven, God, ons helpen.
Hoe dan? Dat heb ik ook uit de joodse traditie geleerd. Toen het joodse volk op de vlucht was voor de farao van Egypte ging God hen vooruit in de woestijn. God was aanwezig in de wolk die voor hen uitwaaide. De wolk stuurde hen in de goede richting, naar het beloofde land. Wanneer ze het niet meer zagen zitten en het kamp opsloegen, stond ook de wolk stil. En als de wolk verder trok, volgden ze de wolk. Dezelfde wolk had hen toch ook door de Rode Zee verlost van de vijanden! Toen koning Salomo de tempel wilde wijden, zweefde een wolk het gebouw binnen (1 Koningen 8). Dat was het teken: God was het gebouw binnengegaan.
Bij een Indianenstam van Noord Amerika vond ik een intrigerend verhaal van hoe belangrijk wolken zijn om mens te worden. De wolk is niet alleen voor de planten en dieren een bron van leven (regen). Ook de mens wordt daar uit een wolk geboren. (Lees verhaal onder).
God moet wel van Nederland houden, want onze wolken zijn magnifiek. Mijn kuiertochten worden vaak verluchtigd en opgesierd door prachtige wolken. Wolken kunnen vertellen wat er in ons onderbewuste leeft. Kijk maar naar hun vormen. Ieder ziet er iets anders in. Het is een heerlijk kinderspel: vertel wat je in de wolk allemaal ziet.
Kunstenaar Berndnaut Smilde creëert wolken. Hij maakt net als de grote Schepper wolken in gebouwen, paleizen en kerken. Zeker nu er zoveel kerkgebouwen leeg staan, is dat een adembenemend gezicht. De wolken zijn soms ook gekleurd of geven licht.
Berndnaut Smilde (1978) leeft en werkt in Amsterdam. Hij schept ervaringen. Zoals deze wolk in de kerk van Sankt Peter. Hij maakt er ook grote foto’s van. In verschillende grote musea was en is werk van hem te zien. Berndnaut Smilde noemde zijn foto Nimbus, een onweerswolk. Maar Nimbus is ook het aureool rond het hoofd van een heilige. Blijkbaar is de wolk zowel onheilspellend als heilig. Wat we kennen als ‘mysterium tremendum et fascinans’. Wie God ervaart voelt zowel een verbazing (het fascineert) als diep ontzag (vreeswekkend). Zo kijk ik ook naar deze foto. De kerk is zo goed als leeg, maar de wolk roept op dat er veel meer is.
Voor onze onzekere situatie in Nederland hoop ik dat de vaccins hun werk mogen gaan doen. Zodat ik weer wat socialer en mobieler kan worden. Maar ik wens vooral dat we in het komende jaar weer veel in de wolken mogen zijn. Het vraagt wel om een ruime bandbreedte en open verbinding van onze kant, want anders krijg je geen contact met de cloud.
Gezegend 2021!
Omdat we in Nederland gezegend zijn met zoveel wolken.
De Kinderen van de Wolk
Hoog in de bergen woonde een jonge vrouw. Zij was heel mooi en had veel vrijers had, maar ze trouwde nooit met iemand. Op een dag maakte ze matten van riet. Moe viel ze in slaap. Er kwam regen en een druppel viel op haar navel.
En ze had tweelingbaby’s, en alle mannen eisten ze op, maar toen de baby’s oud genoeg waren om te kruipen, zei ze tegen alle eisers dat ze in een kring moesten komen, en ze zou de baby’s in het midden zetten, en als ze naar een man zouden kruipen, dan zou hij zeker de vader zijn. Maar de baby’s klommen op niemand, en ze trouwde nooit.
En toen deze tweelingjongens oud waren, liet hun moeder hun een wolk in het oosten zien en zei: “Dat is je vader, en zijn naam is Cloud, en de Wind is je oom, de oudere broer van je vader.” Maar de kinderen letten er niet op, maar toen ze ouder werden vroegen ze hun moeder of ze naar hun vader konden gaan. En hun moeder liet ze gaan.
En ze gingen, en kwamen bij een huis, en de man die daar woonde vroeg hen waar ze heen gingen, en ze zeiden dat ze op zoek waren naar hun vader, wiens naam was Cloud. En de man wees naar het volgende huis, en zei: “Die man, daar, is je vader.”
En ze gingen naar die man, maar hij zei: “Het is niet zo. Hij is je vader. Hij is Cloud.” en stuurde ze weer terug. Maar de eerste man stuurde ze nog een keer terug naar de tweede, die eigenlijk Cloud was.
En toen zei de Cloud: ‘Ik vraag me af of het wel zo is dat jullie mijn kinderen zijn!’
En de jongens zeiden: “Dat is wat ze zeggen.”
En Cloud zei: “Ik wil dat je iets doet om het te bewijzen.”
Toen donderde de oudste jongen luid en kreeg kleur, en Cloud zei: “Het is waar, jullie zijn mijn kinderen!”
En voor de nacht gaf Cloud hen te eten. Maar toen kwamen zijn tranen. Hij huile en liet de kinderen buiten staan. En het regende en sneeuwde de hele nacht, maar ze bleven buiten.
En ’s morgens kwam Cloud tevoorschijn en zei: “Het is echt zo, dat jullie mijn kinderen zijn.”
En de volgende nacht nam hij ze mee naar een vijver, waar ijs was, en liet ze daar allemaal achter. En de volgende dag, toen hij daar kwam en ontdekte dat ze de hele nacht in het water hadden gelegen, zei hij: “Het is echt zo – jullie zijn mijn kinderen.”
Dus Cloud erkende ze voor zijn kinderen en nam ze in zijn kielzog. En na een tijdje wilden de jongens terug naar hun moeder. en Cloud zei: ‘Je mag gaan, maar je mag onderweg met niemand praten. En ik zal bij je zijn op de reis.’
Dus de jongens begonnen, en er was een wolk boven hen, in de lucht, die hen schaduwde. En na een tijdje zagen ze een man aankomen, en de jongere jongen zei: “We moeten hem vragen hoe het met onze moeder gaat.” Maar de oudere broer zei: ‘Herinner je je niet dat onze vader ons zei met niemand te praten?’
De jongere zei: “Ja, dat weet ik nog, maar het zou niet juist zijn als je niet vraagt hoe het met onze moeder gaat.” Dus toen de man kwam, vroeg de jongen: “Hoe is het met iedereen thuis, en hoe gaat het met de oude vrouw, onze moeder?”
En toen werd de wolk boven hen lichter en donderde, en ze werden allebei veranderd in eeuwenoude planten.
Bronnen:
Zie natuurlijk ook de website van Berndnaut Smilde.
En de steun voor vluchtelingen blijft hoognodig.
Het Indiaanse verhaal uit een boekje zonder toelichting.