Maandag in de Goede Week: Gevangen
Meditatie no 2
In 1976 kochten wij, mijn overleden broer Sjef en ik, gezamenlijk
een elpee van Wannes van de Velde: Ne zanger is een groep.
Samsam, we betaalden allebei de helft.
Want hij mocht hem opnemen op zijn bandrecorder
en ik de plaat afspelen op mijn platenspeler.
Het publiek was dus ook een groep.
Onze geliefde Antwerpse volksmuziek,
met een prachtig lied: Ik heb mijn hart gesloten.
Meermalen heb ik het in een preek verwerkt.
Luister maar, en voor wie moeite heeft met het ‘Antwerps’ staat de tekst er onder.
Ik eb m’n art geslote
‘k Zen al iêwen onderwege
langst de strate van den tijd
‘k eb m’n gùsting ni’ gekrege
‘k eb m’n zakke vol meh spijt
ik verteer m’n lêvesdage
en ba niemand vind ek troêst
want m’n art eb ek gesloten
en m’n ziel eb ek vermoêsd
‘k Vind gin woorde vör te klage
’t is gin kweste van verdriet
et zen gin mense die me plage
’t is gin vrou die me verliet
et is alliên mor iet vanbinne
da’k ni’ goed eb gesoigneerd
’t is m’n art da’k eb gesloten
en vörgoe’ gerenneweerd
In de mist van alle dage
dool ek rond gelak e spoêk
wor nortoe mùtte ni’ vrage
want dor woênd den duvel oêk
en a ‘k ieverans gon kloppe
dan is ’t een verkiêrde poêrt
dus ik eb m’n art gesloten
en m’n ziel eb ek vermoêrd
In de bùkke van de wereld
vind ek niks da mij verlicht
et is de schuld ni van de schrijvers
et leed ùk ni on ’t gedicht
mor de reden is te vinde
in mij lêve zonder fiêst
in m’n art da ‘k eb gestoken
in ’t gevang van mijne giêst
mor de reden is te vinde
in mij lêve zonder fiêst
in m’n art da’k eb gestoken
in ’t gevang van mijne giêst
Wannes van de Velde schreef het lied, na een zware, depressieve tijd.
Omdat hij iets van binnen niet goed heeft gesoigneerd
en daarmee zijn hart geruïneerd.
Dat loopt als een rode draad van de Goede Week:
de ziel niet vermoorden, het hart openstellen.
In mijn werkzaam leven als pastor ben ik ze veel tegengekomen:
goede mensen die hun hart hebben afgesloten.
Vaak bij een uitvaart, wanneer ik heel direct wilde weten
hoe de “dierbare nabestaanden” over een leven na de dood dachten.
Dan hoor ik het nog zeggen:
“Ik denk echt dat er niets kan bestaan na de dood,
dat kan gewoon niet,
maar ergens van binnen voel ik iets anders.”
Ik vind het mijn taak als pastor om ze dichter bij dat besef te brengen.
Niet door ze te overtuigen dat er een leven na de dood is.
Maar door hen te helpen meer vertrouwen te hebben in de eigen ziel
en de gevangenis van de geest open te zetten.
Waar vind je de sleutel om het gevang van je geest open te zetten?
Opvallend dat juist bij uitvaarten, wanneer een dierbare sterft,
die sleutel gemakkelijker in het slot van je hart kan passen.
Hoe dankbaar is het wanneer bij een afscheid harten opengaan.
Met de tranen die vrij kunnen stromen, komt ook de ziel vrij.
Ook daarom kan de Goede Week een eyeopener zijn.
De laatste dagen van Jezus kunnen het leven sterker maken.
Verhalen over zijn leven, uitspraken van hem,
kunnen de ziel strelen,
een sleutel voor het geheim van het leven.

Inge Lievaart 1954
Een lieveling onder mijn gedichten gaat daarover
en het past zo treffend in deze dagen.
Het is van Inge Lievaart (1917-2012)
uit haar bundel Anno Domini.
Hij kende de mensen van binnen
Hij kende de mensen van binnen
wist wat er was in ons hart
haat en verraad
doornen en spijkers –
toch, niet te geloven
heeft Hij ons liefgehad
Hij kende de mensen van binnen
achter het masker zo arm
lachend uit angst
bijtend uit pijn
van groter te willen
een godje willen
en maar mens te zijn
Hij kende de mensen van binnen
wist dat de dood er op stond
maar vroeg om opnieuw te beginnen
stem uit een mensenmond
Zo ver ging zijn helend verlangen
Hij kwam en leefde ons voor:
menszijn is anders
is dienen is liefde
liefde verliest niet
ook aan de dood niet
wat zij verloor
Geloof heeft alles te maken met het durven openstellen van je hart.
Het is een grondig bijgeloof dat het geloof vraagt om het verstand uit te zetten.
Het gaat eerder om het gevang van het verstand te openen,
met alles wat je hebt, heel je ziel, alle gevoel en heel het verstand.
Credo (“ik geloof”) betekent letterlijk: “ik geef mijn hart aan” (cor dare).
Het lef hebben om jezelf te openen voor God die liefde is, in leven en dood.
Dat nodigt uit om zelf voor de Liefde te gaan,
en op zoveel plekken te verwezenlijken.
Dat maakt deze week goed,
omdat er zoveel lijden en dood en leven naar boven komt.
De evangelielezing van vandaag gaat over de vrouw die Jezus zalft.
Komende woensdag wil ik die tekst verwerken.
Daarom volgt de tekst uit Jesaja (42,1-7)
die op deze maandag ook in de kerk gelezen wordt.
De profeet Jesaja voorspelt dat er iemand gaat komen
met een open hart. Jezus? U? Ik?
Zie hier mijn dienstknecht, die Ik ondersteun;
mijn uitverkorene, die Mij welgevallig is.
Ik heb mijn geest op hem gelegd,
en hij maakt de volkeren het recht openbaar.
Hij roept niet en schreeuwt niet,
hij laat zijn stem niet horen op straat.
Het gekwetste riet zal hij niet breken
en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.
Waarlijk, het recht maakt hij openbaar.
Hij zal niet kwijnen en niet worden gekwetst,
maar vestigt het recht op de aarde
en de eilanden zullen zijn boodschap verbeiden.
Zo spreekt Jahwe, de ene God,
die de hemel geschapen en uitgespannen heeft
en de aarde gespreid met al wat zij voortbrengt,
die adem geeft aan hen die er wonen
en levensgeest aan allen die er hun wegen gaan.
Ik Jahwe zelf, heb u geroepen om heil te brengen,
Ik neem u bij de hand, Ik vorm u en bestem u
om de man te zijn van mijn verbond met het volk,
het licht voor de naties,
om blinde ogen te ontsluiten,
om gevangenen uit de kerker te bevrijden,
uit de gevangenis degenen die wonen in de duisternis.
Bronnen
Wannes van de Velde schreef het lied Ik Heb Mijn Hart Gesloten en het staat op de elpee Ne zanger is een Groep, Philips, 1974.
Het gedicht van Inge Lievaart, Hij kende de mensen van binnen staat ook in deel 2 van haar Verzamelde Gedichten. Uitgeverij de Groot Goudriaan, Kampen 2000, p. 75.
De Willibrordvertaling uit 1975 kan online gelezen worden. Het is de bijbelvertaling uit mijn studietijd die ik trouw ben gebleven. Mede door de prachtige psalmvertaling van van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde.